Jugo en Bora

De planning blijft ambitieus. Het traject naar Marina Preko start goed, maar het noodlot slaat toe in het laatste rak. Jugo, de aangekondigde Bora, en technische problemen brengen ons naar een pijnlijke climax in het Kroatische avontuur.

Ambitieuze Planning

De volgende ochtend in Losinj zijn de druktemakers wel degelijk al vroeg terug aan dek, al zingen ze over het algemeen wel een toontje lager nu.

Het kanaal dat toegang biedt naar de oostkant van het eiland is erg smal, met z’n 7m, en blijkt ook onvoldoende diepgang te hebben, 2.5m bij laag tij. Omdat het getij in dit deel van de Adriatische zee minder dan een meter bedraagt, besluiten we het risico niet te lopen, kameleons als we zijn. Terug de baai uit aan de westkant dus, zoals we gekomen zijn.

De planning brengt ons vandaag – weliswaar met een dag vertraging – tot in Marina Preko, een jachthaven op een eiland recht tegenover Zadar, een van de grotere steden op het Kroatische vasteland. Het traject telt 80 km, en is na het opsplitsen van het traject naar Losinj het langste van de trip geworden. We kijken even welke alternatieven voorhanden zijn, maar wat marina’s met voldoende diepgang betreft, is het de grote leegte tussen Marina Losinj en en Marina Preko, en werkbare alternatieven liggen ongeveer even ver weg.

Jugo en Bora

Het eerste deel van het traject is pal zuid georiënteerd, evenwijdig het het eiland. Bovendien hebben we open zee aan stuurboord, met golven tot 1.5m, relatief onaangenaam om te bevaren. We varen dit eerste deel daarom op motor. Nog steeds halen we 7 kn, maar het is werken aan het roer. Werken, en dan nog stampt de boot soms vervaarlijk. Het lijkt wel of we op de Noordzee varen, dus reddingsvesten aan.

We trappen ongetwijfeld open deuren in, maar stuurboord verwijst naar de rechterzijde van een boot, bakboord is de linkerzijde. Stampen is de beweging waarbij de boeg van de boot uit het water wordt getild door een golf, en daarna hard neerkomt op de volgende golf.

Zodra we wat kunnen afvallen naar het oosten, zetten we de fok bij. Dat maakt de boot wat stabieler, en alles wat de wind bijdraagt, moet de motor niet doen. Omdat we gecombineerd op motor en zeil varen, zijn we reglementair verplicht dat te signaleren. Was het een kegel, of een omgekeerde frietzak, Michael ?

Voor de volledigheid verklappen we even dat het een omgekeerde kegel moet zijn.

We leren achteraf dat de wind onderdeel is van de Jugo, een zuidelijke, warme wind vanover de Sahara, in Italië ook wel Sirocco genaamd. We noteren windsnelheden tot 30 kn.

Bovendien wordt voor de volgende dagen de Bora aangekondigd, een ander weerfenomeen in deze streek, met felle, noordoostelijke wind van over de bergen naar zee. In dit geval verwacht men windsnelheden van 35 tot 40 kn, omstandigheden die we liever vermijden. We zullen vermoedelijk dan ook genoodzaakt zijn een rustdag in te plannen, wat ons een tweede dag zou doen achterlopen op de planning.

Kilometers Maken

Eens de zuidelijkste punt van het eiland gepasseerd, wenden we licht naar het oosten, in de windschaduw van de volgende eilanden: Premuda, Molat en Sestrunj. De zee is hier kalmer, en de nieuwe koers is bezeild. We zetten het grootzeil op met dubbele reef, en een volle fok. De motor gaat uit en varen een scherpe koers aan 7 tot 8 kn. Dit blijft sportief varen, maar veel aangenamer. Op een gegeven moment halen we zelfs 8.3 kn, en dat met een dubbele reef op het grootzeil.

Een bezeilde koers is er één die je kan zeilen. Frontale wind, tot 45 graden ten opzichte van de boeg, zeg maar, kan door een zeilboot niet gebruikt worden voor stuwing. Zo’n koers noemt men daarom niet bezeild. Grotere hoeken zijn bezeild, mits de juiste zeilen en zeilstanden.

Reven is een zeil kleiner maken. Dat doe je wanneer de wind te krachtig is, en de boot eerder schuin duwt dan voort stuwt. Een te grote helling van de boot maakt dat de wind bovenaan het zeil weg loopt, ten koste van de stuwing. Met de reef vermindert de helling, en wordt het zeil terug efficiënter. Zo kan je, bij sterke wind, met een reef vaak meer snelheid halen dat met een vol zeil.

Het nieuwe model van de Solaris 50 heeft een eerder ongemakkelijke zitplaats aan de helm, gewoon een verbreding van de reling eigenlijk. De alternatieven die tot op heden werden voorgesteld als verbetering, bevallen ons niet, voornamelijk om esthetische redenen. Daphne bedenkt echter op haar eentje een valabel alternatief.

Marina Preko ligt op het eiland Ugljan, recht tegenover de stad Zadar, op het vasteland. Het laatste traject, tussen dat eiland en het vasteland, staat de wind weer ongunstig, pal op kop, en zouden we al zeilend moeten opkruisen. Omwille van de timing, besluiten we dat weerom op motor te doen.

Opkruisen is een techniek waarbij je een scherpe koers over de ene zijde afwisselt met een scherpe koers over de andere zijde. Dit maakt het mogelijk, trapsgewijs als het ware, tegen de wind in te varen. Wel ten koste van de snelheid, omdat het traject door het opkruisen langer wordt.

Oh Rampspoed

We krijgen het grootzeil echter niet meer naar beneden ! Het neerhalen met de furler blokkeert, het terug ophalen van het grootzeil met de val blokkeert eveneens. Met de elektrische winches dreigen we zaken stuk te trekken. Op zee bij stelselmatig toenemende wind, met een grootzeil dat we niet kunnen reven of strijken, en met de Bora aangekondigd met 40 kn, is het kwestie het hoofd koel te houden.

We besluiten dan maar verder te varen op grootzeil, tussen Ugljan en het vasteland opkruisend, en nemen contact op met Francesco van Solaris. Alle voor de hand liggende oplossingen worden overlopen. De conclusie is door te zeilen naar Marina Preko, aan de ingang van de haven het grootzeil te strijken buiten de rolgiek, zo aan te meren, en North Sails Kroatië ter plaatse te laten komen om het probleem te verhelpen.

Tot overmaat van ramp is er geen plaats meer in Marina Preko. We wijken uit naar Marina Olive Island, voorheen Sutomiscica genaamd, enkele kilometers minder ver, en onderdeel van de alternatieve planning. Gelukkig is daar nog een plaatsje vrij.

Teamwork

We brengen het plan ten uitvoer, strijken het grootzeil buiten de giek, en binden het vast met de reservetouwen die we ter beschikking hebben. Opletten dat we door de wind niet met zeil en al in het water belanden. Met de goede samenwerking van het team lukt het al bij al nog relatief vlot, en een half uur later liggen we uit de wind in de marina.

Het is op dat ogenblik ruimschoots te laat om North Sails te bereiken. Dat wordt iets voor de volgende ochtend. Een klein geluk bij een ongeluk: omwille van de aangekondigde Bora zou de volgende dag toch al een rustdag worden.

Marina Olive Island blijkt een nieuwe marina te zijn, de beste tot op heden, klinkt het unaniem, met moderne faciliteiten. Er is nauwlijks lokale handel in de buurt, maar het restaurant van de marina is uitstekend.

Hier zijn we dan, zondagavond. Gestrand op een eiland in Kroatië. Iemand zei ons vooraf dat er momenten zouden komen waarop we onszelf afvragen: "Hoe ben ik hier in godsnaam terecht gekomen ?". Met de opkomende Bora gaan we een woelige nacht in, met veel gepieker over hoe het nu verder moet met dat grootzeil en de rolgiek.

Reacties

Populaire posts van deze blog

De Cirkel van Delos

A Fish Called Benoit

Opstarten na een Lange Winter