Onverbiddelijk Ajaccio

Op naar Ajaccio. Over bloed, zweet en tranen, want ook in het paradijs kan ongedierte je dagen en nachten verpesten.

Bloedverlies in Propriano

Vanuit Cupabia varen we om de landtong heen die de baai scheidt van Propriano, terug zuidwaarts weliswaar, alles bij elkaar een uurtje varen. Wanneer we de haven naderen worden zoals gebruikelijk de fenders opgehangen en de meertouwen voorbereid. Ditmaal gaat Robbe door het leertraject van knopen en andere technieken.

We krijgen van de capitainerie een plaatsje toegewezen naast de vaargeul, nog steeds op Mediterraanse wijze, zoals beschreven in De Vuurdoop. De ezel en de steen indachtig, ditmaal terug een foutloos manoeuver. Daarna is iedereen in de weer om de boot aan te meren.

Die avond laten we ons verwennen in een typisch Corsicaans restaurant in de haven, met gemengde appreciatie voor de lokale kost.

Het valt ons op dat, telkens we in een haven liggen, we geplaagd worden door muggen. Dat in tegestelling tot het voor anker gaan in een baai, waar je van ongedierte geen last hebt. Met een prachtige zonsondergang op de achtergrond voeren we strijd voor slaap zonder al te veel bloedverlies.

Op Naar Ajaccio

‘s Ochtends is Wouter al vroeg weer op. De ferry arriveert klokvast om 7u.

De geluidsoverlast waar op sociale zeemedia steen en been over geklaagd wordt, blijft uit. Een bezoek aan een plaatselijke bakker en we gebruiken een snel ontbijt op de boot.

We besluiten de resterende dagen van de week door te brengen in Ajaccio, om meerdere redenen. Geen enkele ligplaats tussen Propriano en Ajaccio zou Cupabia overtreffen. We vliegen zondagochtend al vroeg naar België, de boot moet klaargemaakt worden om enkele weken onbemand in de haven te blijven liggen, en de administratie in de haven moet afgehandeld worden. En Ajaccio zelf zal vermoedelijk ook wel één en ander te bieden hebben.

Het behoeft geen herhaling, de wind staat op kop. Al van ver in de baai van Propriano hijsen we de zeilen en begint het opkruisen. Een leuke zeilervaring, en een goede leerschool voor de crew.

Het traject naar Ajaccio beslaat een 25-tal mijlen, plus de Pythagoras-bonus voor het opkruisen natuurlijk. Wanneer we de baai van Propriano verlaten, kunnen we echter opkruisen met lange raks bijna evenwijdig met de kust. De verwachte reistijd bedraagt daarom zes uur.

Onderweg varen we de ene race na de andere. Zoals gezegd in De Laatste Tussenstop, zijn zeilers altijd wel een beetje in competitie. Zo gaat bij het opkruisen in de baai van Propriano een andere boot steevast gelijktijdig met ons overstag. Maar dat aan een gemiddelde van 6 kn, terwijl wij vlot 7 kn halen.

Ook op open zee varen veel zeiljachten in dezelfde richting. We willen graag bescheiden blijven, maar ze moeten er allemaal aan geloven. Zelfs in de baai van Ajaccio, waar we wind in de rug hebben, maar de windsnelheid terugvalt tot 3 kn, halen we elk zeiljacht dat we zien ook effectief in.

Ondertussen is het wel snikheet geworden, met temperaturen flink boven de 30 graden. We beslissen nog even voor anker te gaan vooraleer we Ajaccio binnenvaren, om verkoeling te zoeken in het water. Een uurtje later varen we Port Charles Ornano binnen, één van de jachthavens van Ajaccio.

Thuiskomen in Port Charles Ornano

In de haven is het een chaos van jewelste. In het water een mix van boten, van grote ferries en vrachtschepen tot kleine pleziervaartuigen, motorjachten, zeilboten, kleine sloepjes en jetski’s. Er liggen boten aan de pontons, maar ook aan boeien, en ook voor anker. Bij het binnenvaren van de haveningang moeten we om een vrachtschip heen laveren om de bebakening te respecteren. En in al die drukte zoekt de plaatselijke jeugd verkoeling door vanop de havenmuur in het water te springen.

Geen reactie op onze oproep op kanaal 9 met de marifoon. Wat later dan toch wel, maar de communicatie valt stil wanneer we niet duidelijk kunnen aangeven waar we zijn. Het volgende teken van leven krijgen we pas wanneer we de haven binnenvaren, en een rib met twee marinero’s ons in de gaten krijgt.

Onze reservatie voor twee maanden werd lang vooraf vastgelegd, maar de havenautoriteiten vinden er geen spoor van terug. We worden 20 minuten aan het lijntje gehouden, dobberend in de ingang van de haven, met een verstorende zijwind. Waar komt die plots vandaan ? Het is voortdurend werken om nergens tegenaan te drijven. Ondertussen is het een in- en uitvaren om ons heen.

Pas nadat we in die ongemakkelijke omstandigheden de bevestiging van de reservatie op de smartphone kunnen tonen, krijgen we een plaats toegewezen. Eens aangemeerd komt een goede ziel informeren of alles in orde is, als een soort verontschuldiging lijkt het wel.

Waar is de Boot ?

Naar de avond toe valt er toch een zekere rust over de marina. Op onderstaande foto is onze boot duidelijk identificeerbaar. Niet zo eenvoudig, maar met de gepaste elementen ... Het eerste juiste antwoord van een niet-medereiziger in commentaar wint eeuwige roem.

Warme Dagen

De warmte houdt aan de volgende dagen, en ook hier zijn de muggen van de partij. Daardoor is het verblijf op de boot niet erg comfortabel. We maken er echter het beste van, zowel ter zee als te land.

Als kers op de taart, je weet nog wel, huren we voor de kids enkele jetksi’s. De ganse namiddag schuimen ze op het water de wijde omgeving van Ajaccio af, met begeleiding.

Robbe houdt er een nare tatoeage aan over na een close encounter met een kwal.

De tweede dag wordt besteed aan een bezoek aan de stad. Niet onaardig, maar het drukke Ajaccio staat wel in schril contrast tot het sprookjesachtige Bonifacio.

De avond wordt besteed aan het klaarmaken van de boot. Na een uitgebreide wasbeurt met de tuinslang, zowel van de boot als van de reizigers, worden de bimini en de stormkap afgetuigd en opgeborgen. Een Chinees vrijwilliger klimt op de giek om de bash van het grootzeil dicht te ritsen.

Morgenochtend reizen we terug naar België, in afwachting van nieuwe avonturen.

Reacties

  1. Goeie terugvlucht gewenst ! En groeten aan Pythagoras :)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dat moet links zijn, zwarte mast, dubbel zeil. Eeuwige roem wacht mij …

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ha! Correct. En het juiste criterium. Er zijn erg weinig zwarte masten in Corsica. Fok en gennaker, of vorm van de top van de mast kunnen aanvullende criteria zijn. Proficiat.

      Verwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

De Cirkel van Delos

A Fish Called Benoit

Opstarten na een Lange Winter